Skiff 1 instructie (sk1)
Aanwijzingen voor de instructeur
- In het begin aan het vlot en aan het touw hebben korte sessies (10 min) meer nut dan langere sessies. Kijk goed naar de roeiers. Zorg voor ontspanning. Zo snel je spanning merkt geef je de roeier even rust/ pauze.
- Voor eerste lessen is het aan te raden om twee roeiers per skiff aan het vlot of aan het touw samen te laten werken. Om beurten 10 min oefenen en dan wisselen en ook van het kijken naar elkaar leer je veel. Als roeier na 10 min. Pauze zelfde oefeningen opnieuw probeert zal je zien dat het direct al goede vorderingen oplevert.
- Twee keer 10 min levert veel meer resultaat in vooruitgang op dan 1 x 20 minuten.
- Leg de lat voor de eerste lessen niet te hoog en benoem vooral wat goed gaat en welke stappen al gelukt zijn. Twee keer 10 minuten in de boot is vaak al voldoende.
- Pas de snelheid van de volgende stappen aan, aan de voortang van de roeier en de omstandigheden. Zie je dat een roeier ontspanning kwijt raakt dan is het genoeg geweest voor vandaag. Of er is een pauze nodig.
- Pas de snelheid waarmee je een volgende oefening voorstel aan aan de roeier. Voelt de roeier zich nog op zijn gemak en/of is hij toe aan de volgende uitdaging? Deze vraag kan je ook stellen aan de roeier.
- De eerste lessen is veel informatie. Tillen, in- en uitstappen. Alles wat dan nog aan oefeningen aan het vlot gedaan worden is meegenomen maar kan ook te veel zijn. Dat hoeft dus niet. Alleen uitleg op de ergometer, het tillen, in- en uitstappen kan al voldoende zijn voor de eerste les.
Om te beginnen:
- Vraag of roeier er zin in heeft, het spannend vind en wat de roeier al weet van skiffen. Waar die tegenop ziet of waar die zich op verheugd.
- Uitleggen dat voor leren skiffen geduld nodig is. Je leert opnieuw roeien. Net als leren fietsen. Ervaring leert dat alle roeiers in 10 lessen heel veel vorderingen kunnen maken terwijl roeier in het begin mogelijk het gevoel heeft “Ga ik dit ooit leren..?”
Voordat je instapt (op ergometer):
- Uitleggen (op ergometer) wat veilig-boord-houden is (Veilig-boord = De armen en benen zijn gestrekt, de handen bij elkaar en de bladen plat op het water. Dit is de stabiele uitgangshouding.) Lijkt op stopje 3/4 maar dan met bladen op het water.
Leg uit dat Veilig-boord de basis is waaruit je alles doet en die je weer opzoekt als je het even spannend vindt.
- Bespreek houding. Houding is belangrijk voor balans. https://www.arvdeank.nl/kennisbank-houding
- Uitleggen dat je voor sk1 contact houdt met bladen op water. slifferhalen dus.
Omgaan met materiaal
- Leg uit hoe je een skiff en riemen op juiste manier tilt. (Zie roeiboek)
- Voordoen tillen door instructeur
- Roeier tilt samen met mede roeier de boot en riemen zefstandig.
Instappen
- Vraag wat roeier al weet van instappen en beantwoord vragen en vul uitleg aan waar nodig.
- Voordoen instappen
- Roeier stapt zelf in.
Uitstappen.
- Vraag wat roeier al weet van uitstappen en beantwoord vragen en vul uitleg aan waar nodig.
- Voordoen uitstappen
- Roeier stapt zelf in.
Afstellen van het voetenboord en dolhoogte
- Vraag wat roeier al weet van het afstellen van het voetenboord en beantwoord vragen en vul uitleg aan waar nodig. (Afstellen vanuit de uitpik houding met vuist tussen riemen. Let op dat dit wel gebeurt met doldruk.) (Zie: https://www.arvdeank.nl/stellen-boot)
- Waar laat je de riemen terwijl je voetenboord vanuit de boot afstelt. Tussen buik en bovenbeen met blad plat op het water. Dat is ook veilig boord.
- Dolhoogte is voor instructeur om op te letten en aan te passen. Dit is afhankelijk van boot en gewicht roeier. Omdat er nog slifferend geroeid wordt is een iets lagere afstelling sterk aan te bevelen. (Zie: https://www.arvdeank.nl/stellen-boot)
Aan het vlot (instructeur houd rigger of vanaf stap 3 hek van boot vast.)
- Leg uit dat veilig boord ook kan met één riem.
- Met één riem op het vlot oefenen met haaltjes maken met alleen armen en rug. (terwijl instructeur rigger op vlot vasthoudt.). Let op bladdiepte! En rechte haal.
- Terwijl hek van boot wordt vastgehouden vanaf vlot zet iemand langzaam riem uit zodat roeier zelfstandig in balans zit. Handen bij elkaar houden en veilig boord. (Let op houding en bladen op water laten drijven.) Vraag hoe dat voelt en geef compliment dat dit goed lukt. Voelt dat vertrouwd en veilig dan kan je door met stap 4.
- Vraag of roeier durft de handen voorzichtig en langzaam iets uit elkaar te bewegen. Bespreek het nut van handen bij elkaar, veilig boord en het contact me het water. Voelt dat vertrouwd en veilig dan kan je door met stap 5.
- Laat roeier met handen / hendels fietsen. Blijft met bladen contact met het water houden en veilig boord. Laat roeier ook achteruit fietsen. Voelt dat vertrouwd en veilig dan kan je door met stap 6.
- Laat roeier vliegtuig spelen. Dus overhellen naar een kant totdat blad los komt van van water en terug naar veilig boord. B (Leg uit dat je dit straks nodig hebt bij het aanleggen en het tillen van het blad over een obstakel zoals een tak heen. Voelt dat vertrouwd en veilig dan kan je door met stap 7.
- Laat roeier pet of bril met een hand aanraken. (Andere hand moet dus twee riemen gelijktijdig vasthouden.
- Laat roeier omkijken. (Links en rechts en vertellen welk nummer de paal achter hem/haar heeft.)
- Laat roeier met een riem en alleen met armen (dus nog niet oprijden) een haaltje maken en slifferen in de recover.) Doordat je het hek vasthoud waaiert de boot uit richting het vlot. Wissel van riem om de andere kant op te waaieren en de andere riem te oefenen.
- Laat roeier alleen met armen met twee riemen haaltje maken. (Terug naar veilig boord en handen bij elkaar.) Let op bladdiepte.
- Oefen het ontspannen vasthouden van hendels en bespreek het plat houden van polsen en klippen. (Let op bladdiepte.) Zie ook filmpje kennisbank roeien.
- Bouw haaltje met alleen armen uit tot hele haal.
- Oefen het strijken met één riem.
- Oefen het strijken met de andere riem.
- Oefen het ronden. Strijken met een riem gevolgd door halen met andere riem. Tip laat roeier kijken naar het blad dat drijft.
Zijn deze oefeningen aan het vlot afgerond dan is de volgende stap aan het touw.
Tussen de lessen door
Tussen de lessen door in het botenhuis. Bespreek de hengelvoering. Vraag wat ze ervan al weten en laat het ze voordoen om te zien of ze het ook snappen en kunnen.
Stuur de link met de filmpjes over hendelvoering uit de kennisbank roeien en laat de roeiers dit thuis bestuderen en oefenen.
https://www.arvdeank.nl/kennisbank-handelvoering
Aan het touw (bevestig touw aan rigger).
Doe dezelfde oefeningen blijf benadrukken, veilig boord en handen bij elkaar).
- Fiets beweging maken met hendels
- Vliegtuigje door te leunen op een riem en de andere los van het water laten komen. (Handen bij elkaar houden)
- Haaltjes met een riem en ander riem veilig boord houden. Zo kan je sturen en manoeuvreren in skiff.
- Haaltjes met alleen armen alleen bb / st / beide armen.
- Haaltjes uitbouwen naar hele haal.
- Laten lopen en houden
- Ronden.
Zijn deze oefeningen aan het touw afgerond dan is de volgende stap los door de haven. Neem de tijd. In de haven is veel manoeuvreer werk.
Los van het touw in de haven
- Geef roeier in de haven alle tijd om voorgaande oefeningen zelfstandig te herhalen en wat rond te manouveren door de haven.
Gaat het goed in de haven dan is de volgende stap de Oude IJssel.
Oude IJssel
- Niet alle roeiers hebben al ervaring met boegsturen. Dus help daarbij. Stuurboord wal houden. Koers houden, etc.
- Leg uit hoe je stuurt in een skiff.
- Roeien met spiegel moet je leren. Als je daar geen ervaring mee hebt vereist dat extra aandacht. (Zie kennisbank roeien roeien met spiegel: https://www.arvdeank.nl/spiegel).
Afzetten van het vlot.
- Leer roeier zelfstandig af te zetten van het vlot.
Tussen de lessen door
Laat roeier nadenken over verschillende manieren van sturen van een skiff. Stuur de theorie hierover in de app zodat ze dit thuis kunnen bestuderen en hier over na kunnen denken.
Zij Bijlage: Drie manieren om een skiff te sturen onderaan dit document.
Op de Oude IJssel voor de vissteiger
Kijk als instructeur waar je kan helpen. Waar is uitleg nodig.
Ervaring leert dat dit goede aanwijzingen zijn.
- Blijft rechtop zitten en voor je kijken tijdens haal. Houd veilig boord tijdens omkijken.
- Handen bij elkaar. En veilig boord (dat moeten instructeurs vaak herhalen.)
- Eerste haal hoeft niet direct hele haal te zijn. Begin met een half bankje.
- Water vrij is nog niet nodig. Houd contact met het water. (Watervrij komt aan het eind van sk1 pas.
- Regelmatig omkijken en koers kiezen en koers houden.
- Niet kijken waar je niet heen wil. Maar kijken waar je wel heen wil. Waar je naar kijkt werkt als een magneet).
- Niet omkijken terwijl je roeit. Dat komt met meer roerervaring bij sk2.
Tussen de lessen door
Laat roeier filmpjes over strijken in kennisbank roeien bestuderen.
https://www.arvdeank.nl/kennisbank-strijken-in-een-skiff
Let op strijkend aanleggen is geen onderdeel van sk1 maar hoort bij sk2.
Roeioefeningen op Oude IJssel die moet beheersen om sk1 examen te doen.
- Houden met bb/ sb riem (sturen dmv houden)
- Sb sterk en bb best. (Sturen dmv roeien, slalom roeien)
- Noodstop.
- Houden met bb/sb riem terwijl je sb optilt (Stel er ligt iets in het water en je moet je riem er overheen tillen. Tevens voorbereiding voor leren aanleggen)
- Maak een achtje (een ruimer rondje om iets heen twee kanten op.)
- Ronden over bb en over sb (Tip = kijken naar het blad dat drijft)
- Tempowisselen. Wat stevigere halen afwisselen met rustige halen.
- Aanleggen fictief alsof het vlot midden op Oude IJssel ligt.
- Strijken (zie filmpjes in kennisbank roeien)
Tussen de lessen door
Laat roeiers filmpjes bestuderen van Weer in de skiff klimmen na omslaan:
https://www.arvdeank.nl/kennisbank-omslaan-en-weer-in-de-skiff-klimmen
Laat je ook deelnemen aan deze training.
Oefen dit ook met riem op dek van 2e skiffeur. Dan heb je veel meer balans.
Aanleggen
- Oefen het aanleggen aan het vlot zelf. Laat roeier altijd wachten tot instructeur op vlot aanwezig is.
Bijlage: Drie manieren om een skiff te sturen:
1. Meer kracht met één been. De skiff gaat dan een beetje de andere kant uit, ideaal voor koerscorrecties of flauwe bochten.
2. Meer kracht aan één kant. De standaardmethode maar gaat vaak gepaard met narukken (niet nodig), onbalans en te grote koerswijzigingen. Alleen gebruiken in geval van nood.
3. Inpikken met één schouder naar voren (armen zijn gestrekt, dus ook één hand verder naar voren), bij trappen schouder voor houden en bij rug en armen bij trekken. Betere manier van bochten maken dan methode 2., boot blijft beter in balans en blijft vaart houden.
Bij sturen hoort kijken. Check om de drie halen je koers t.o.v. de wal. Daarbij hoef je niet ver om te kijken. Zijwaarts kijken is vaak genoeg om te zien of je de kant raakt. Uit je ooghoeken kun je mogelijk gevaar zien.
Daarbij om de 10 halen, op gevaarlijke plekken, plekken met goed uitzicht en voor speciale manoeuvres 'ver' omkijken: Wat zit er achter me? Is er gevaar? Waar moet ik heen?
Gevaar is alles waar je tegenaan kunt varen of waar plots iets vandaan kan komen: Dukdalven, tegenliggers, boten/sups die je inhaalt, zwemmers, een slecht overzichtelijke bocht, zwaaikom etc. In dat geval vaker checken: vaar ik de juiste koers? Doet de ander wat ik verwacht?
Als je jezelf dit goed aanleert kun je veel makkelijker doorvaren en zit je meer ontspannen in de boot. Na verloop van tijd leer je ook het roeiwater en zijn bewoners kennen. Dan weet je ongeveer waar je rekening mee moet houden tijdens een tochtje.